Wat is de betekenis van zijl?

2025-07-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zijl

v. (-en), afloop van water, waterlozing (vooral in Friesland en Groningen); uitwateringssluis, soms tevens schutsluis. Vgl. plaatsnamen als Blokzijl, Pieterzijl enz.

2025-07-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zijl

zijl - Zelfstandignaamwoord 1. (waterstaat) sluis ter afwatering aangebracht in een dijk De aanwezigheid van een zijl is te zien in veel namen van noordoostelijk Nederland, zoals Delfzijl of Blokzijl. Synoniemen spui, sas Zie ook zeil

2025-07-20
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Zijl

Uitwaterende sluis of spuisluis (syl). Kunstwerk in een waterkering om buitenwater te keren en binnenwater gecontroleerd af te voeren naar een buitenwater. Dat spuien gebeurt onder vrij verval. Het vindt met name plaats op plekken waar water op buitenwater (zee) geloosd moet worden, zoals bij Harlingen en Lauwersoog (& Afsluitdijk). Hierbij is men...

2025-07-20
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Zijl

Uitwateringspunt in een dijk, oorspronkelijk een klep, later deuren, die bij eb door het binnenwater werden opengedrukt, zodat dit kon aflopen naar zee. Kwam de vloed op, dan gingen de deuren vanzelf weer dicht wanneer het buitenwater boven het peil van het binnenwater steeg. Oorspronkelijk een koker in de dijk, alles in hout. Sinds de 18de eeuw we...

2025-07-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Zijl

uitwateringssluis

2025-07-20
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Zijl

Piet Hein (Koog 1946). Beeldend kunstenaar, tekenaar en graficus (etser) te Zaandam. Piet Hein Zijl was aanvankelijk onderwijzer. Hij behaalde de akte LO-tekenen en bekwaamde zich verder onder leiding van onder anderen Gerrit ➝ Woudt, W. Vellekoop, K. de Poel en Piet Klaasse. Het etsen leerde hij van de zeer door hem bewonderde Gerrit de ➝ Jong....

2025-07-20
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

ZIJL

(Fr.: syl). Veel voorkomende naam (bijv. Harke-Z., Kiester-Z., Ropta-Z., Tako-Z.). Uitwateringssluis, ook afsluitbare brugopening in binnendijken. Naam reeds in de oude Fr. wetten. De constructie was eerst eenvoudig: houten koker (pomp) met schuif of klep, later open landhoofden, afsluitbaar met valdeur, draaideur(en) of schotbalken.Zie: Beekman,...

2025-07-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zijl

s., syl.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zijl

v. zijlen (waterloop; afloop van water; ook: uitwateringssluis: in Friesl. en Gr.); verg. Blokzijl, Delfzijl.