Wat is de betekenis van Vergo?

2025-07-20
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Vergo

1. ĕre, intr. = neigen, hellen, overhellen, in tectum inferioris porticus, overdr., nisi Bruti auxilium ad Italiam vergere quam ad Asiam maluissemus, zich richten, Cic., van plaatsen = liggen, gelegen zijn, zich uitstrekken, ad flumen, Caes., ad of in meridiem, Liv.; in ’t bijz., van tijd = neigen, naderen, quo...