Tweespan
o. (-nen), 1. span van twee paarden of andere trekdieren. 2. wagen met twee trekdieren er voor.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-nen), 1. span van twee paarden of andere trekdieren. 2. wagen met twee trekdieren er voor.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
o. tweespannen (span van twee gelijke, goed bij elkaar passende paarden; bij uitbr. van twee bij elkaar passende andere dieren, zaken): wat een prachtig tweespan!
Jozef Verschueren (1930)
o. (-nen) 1. twee paarden vóór een rijtuig gespannen. 2. Uitbr. twee goed bij elkander passende dieren of zaken.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-nen), 1. span van twee paarden of andere trekdieren; 2. wagen met twee trekdieren ervoor.
J.H. van Dale (1898)
Tweespan - o. (-nen), span met twee paarden ; twee goed bij elkander komende dieren of zaken: dat is een mooi tweespan.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: