Wat is de betekenis van tutter?

2025-07-21
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

tutter

1) (1970+) (enkel verkleinvorm) (inf.) vrouwelijk geslachtsdeel. • (Geïllustreerde Encyclopedie van de Sexualiteit. Ned. vertaling van The Visual Dictionary of Sex. H.J.W. Becht-Amsterdam. 1977-1980. Woordenlijst p. 126) 2) (1981) (Vlaanderen, inf.) mannelijk geslachtsdeel. • Penis: Piet, lul, tutter, fluit, Charel, Gu...

2025-07-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tutter

tutter - Zelfstandignaamwoord 1. fopspeen Woordherkomst afgeleid van tutten met het achtervoegsel -er

2025-07-21
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

tutter

fopspeen (informeel) Drie dagen! En altijd maar huilen, dat kind! Weet je wat ze deed? Ze stak de tutter van dat schaapje in de coke! 'Ze zal nu wel ophouden!' zei ze. (Herman Brusselmans, Plotseling gebeurde er niks) Ook: 'tutje'. 'Tutten' is een oud woord voor 'zuigen'. Het is afgelei...