Wat is de betekenis van Tinus plotseling?

2025-07-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Tinus Plotseling

(1947) (Rotterdam) oorspr. bijnaam van iemand die ergens opduikt en plots weer weg is; vandaar: onevenwichtig iemand. • Tegen twee daders van de inbraak in het distributiekantoor te Weert, den koopman A. S. uit Rotterdam en een zekeren “M. v. d. B.”, bijgenaamd „Tinus Plotseling' uit Den Haag, eischte de officier van Justitie...

2025-07-19
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Tinus plotseling

Rotterdamse en Haagse ben. voor ‘een onevenwichtig persoon’; ook in dezelfde bet. als Tinus Tussengas.