Van Dale Uitgevers (1950)
I. mannelijke eigennaam, voornaam (uit Stephanus); — Sint-Steven, tweede Kerstdag; II. m. (-s), 1. uiterste voor- of achtergedeelte van een schip, waar de scheepshuid van beide zijden samenkomt, de opgaande voortzetting van de kiel en het deel van het schip waar deze zich bevindt; 2. in ’t bijz. voorste deel v.h. schip,...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
steven - zelfstandig naamwoord uitspraak: ste-ven 1. voorste of achterste gedeelte van een schip ♢ hij zat op de voorsteven van het schip 1. de steven wenden [in een andere richting gaan varen]...
M. J. Koenen's (1937)
m. stevens, steventje (kromhout van de voor- en achterkant v. e. schip: het gehele voor- of achterdeel v. e. vaartuig): de voorsteven, de achtersteven; de steven wenden, v. koers veranderen; de steven wenden naar, koers zetten naar.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Verticaal gericht voor- en achtergedeelte van een scheepskiel, waaraan de scheepszijden worden bevestigd.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
