Wat is de betekenis van start?

(Eng.), m. (-s), (sport) 1. het vertrekken van het beginpunt bij een wedstrijd ; — wijze van vertrekken : een goede, een vlotte, een valse start; 2. punt van vertrek : acht rijders verschenen aan de start.

(zelfstandig naamwoord) [alg.] begin, aanvang - Het begin van de cursis grappenmaken voor beginners is op 1 april. [sport] vertrek, vertrekpunt, vertrekstreep - Aan de vertrekstreep ontbrak Hynke Hoekstra, de 'Hinde van Hindeloopen', die door een blessure slecht ter been was. Van de vertrek- tot de eindstreep ging Sanne Smeets op kop...

Het begin van de race, aangegeven door middel van een lichtsignaal. Voorheen ging een rood licht op groen, tegenwoordig gaat een rij rode lampen uit ten teken dat de race gestart is. Zodra alle auto’s stilstaan op hun aangewezen positie, gaan er boven de baan, goed zichtbaar voor alle coureurs, een voor een vijf rode startlichten aan. Dat geb...

Strategisch Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling in de Luchthavenregio

start - Zelfstandignaamwoord 1. een begin ergens van start - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van starten 2. gebiedenwijs van starten

start - zelfstandig naamwoord 1. wat het eerst gebeurt, wat je het eerst doet ♢ bij de start van de wedstrijd was ik nog lekker fris 1. een slechte start hebben [een moeilijke beginperiode] ...

Ook: uitkomst. In de eerste slag voorgespeelde kaart.

start: vertrek van de wedstrijd; 'de start missen' is te laat aan de start verschijnen of zeer traag van start gaan bij een tijdrit. Oscar Freire komt uit een zekere verstrooidheid nogal eens te laat aan de start.

(de; -s) 1 SP - wijze van vertrekken: een snelle, een valse start; staande start, start van de toestand van rust uit, in staande positie, waarbij de renners door een starthelper worden geassisteerd bij het opstappen en evenwicht houden; vliegende start, start waarbij het punt dat als begin geldt, in (volle) vaart verlaten, gepasseerd wordt. 2 SP -...