Wat is de betekenis van SPEELMAKKER?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPEELMAKKER

m. (-s), SPEELMAKKERTJE, o. (-s), kameraad met wie men als kind speelt, resp. gespeeld heeft.

2025-07-21
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Speelmakker

s., boarter, boartfeint.

2025-07-21
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)