Scheiding
v. (-en), 1. liet scheiden (in alle bet.): de scheiding van Noord en Zuid: de scheiding en verdeling van een, boedel; scheiding van Kerk en Staat, verbreking van alle bijzondere betrekkingen er tussen; — scheiding der metalen, loutering; — uitsluiting van goederengemeenschap tussen echtgenoten: tussen hem...