Rattenkot
o. (-en), (Zuidn.) 1. rattenkasteel; 2. (oneig.) Bouwvallig huis.
Marc De Coster (2020-2025)
(1920-1930) (Antwerpen, havenarb.) wervingsbureau voor (Engelse) zeelieden, die werkten als anderen staakten. Een werkwillende werd destijds uitgescholden voor rat. Meer algemeen betekent rattenkot ook: krot, bouwvallig huis. Ook wel afgekort tot het kot*. • Van de aanmonstering in 'het Rattekot' te Antwerpen, Italiëlei, tot en met het ui...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Peter Bakema (2003)
(het) krot. Het rattenkot, eigenlijk een kolenkot, ken ik ook. Daar werden we ingestoken als we stout waren. Maar daar heb ik niet veel gezeten hoor. Ik was een brave jongen, maar iedereen haalde wel eens kattenkwaad uit hé’, lacht Modest. - LN, 12-06-2002.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: