Wat is de betekenis van Presbyoop?

2025-07-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Presbyoop

bn., aan presbyopie lijdende.

2025-07-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Presbyoop

vèrziend.

2025-07-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Presbyoop

verziend

2025-07-20
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Presbyoop

(< Gr. présbys = oud, + gen. öps, öpós = oog). Presbyoop heet een oog dat door ouderdomsgebreken niet meer voldoende kan accommoderen. Deze term was reeds vóór Donders (1818-1889) in gebruik.

2025-07-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

presbyoop

(prezbi'o:p) bn. (...byope) [Fr. < Gr. presbus, oud] vérziend door ouderdom.

2025-07-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

presbyoop

[Gr. opsis, gezichtsvermogen], bn., aan presbyopie lijdend.

Gerelateerde zoekopdrachten