Wat is de betekenis van pijproker?

2025-07-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

pijproker

iemand die vaak een pijp rookt. iemand die de gewoonte heeft een pijp te roken. Voorbeelden: De verkoop van pijptabak steeg in Frankrijk bijvoorbeeld van 2,7 miljoen kilo in 1819 tot 27 miljoen kilo in 1899. Zo rond deze tijd begonnen ook de Nederlandse kolonies Java en Sumatra grote hoeveelheden tabak te produceren. Dankzij de kenni...

2025-07-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pijproker

m. (-s), iemand die (bij voorkeur) pijp rookt.

2025-07-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten