pijproker
iemand die vaak een pijp rookt. iemand die de gewoonte heeft een pijp te roken. Voorbeelden: De verkoop van pijptabak steeg in Frankrijk bijvoorbeeld van 2,7 miljoen kilo in 1819 tot 27 miljoen kilo in 1899. Zo rond deze tijd begonnen ook de Nederlandse kolonies Java en Sumatra grote hoeveelheden tabak te produceren. Dankzij de kenni...