Wat is de betekenis van Opslorpen, opslurpen?

2025-07-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opslorpen, opslurpen

slorpte (slurpte) op, h. opgeslorpt (opgeslurpt) (slurpend opdrinken, tot zich nemen; leegslurpen; bij uitbr. inzwelgen): een geklopt ei opslorpen; de grond slorpt het regenwater opslorpen.

2025-07-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opslorpen, opslurpen

Opslorpen, opslurpen (slorpte, slurpte op, heeft opgeslorpt, opgeslurpt), slorpende tot zich nemen, leegslurpen: een eitje opslorpen; pap opslorpen; — inzuigen : sponsen slorpen veel vocht op; — licht opslorpen, minder licht doorlaten, dan ontvangen wordt.