Modulus
(Lat.), m. (-sen), 1. maat, maatstaf, inz. de maat waarin de verhouding der onderdelen van klassieke tempels wordt uitgedrukt; 2. gietvorm; 3. muntmaat, doorsnede van munten en gedenkpenningen; 4. (wisk.) grootheid waarmede de logarithmen uit een stelsel vermenigvuldigd moeten worden, om de overeenkomstige logarithmen van een ander stelsel te beko...