Wat is de betekenis van MEP?

2025-07-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

mep

1) (1959) (inf.) hoop: 'een mep geld'. Zie ook: de volle mep. • En wat dacht je dat-ie gekost heeft? Drieduizend gulden! 't Is een mep geld, maar m'n vrouw vond 'm zo leuk. (Nieuwsblad van het Noorden, 12/12/1959) • De oplossing was een eenvoudige: iedereen in de ambtelijke stand een flinke mep geld erbij geven, vooral de hogere rangen....

2025-07-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mep

mep - Zelfstandignaamwoord 1. een klap met de hand of met een mepper Hij verkocht de zakkenroller een flinke mep. mep - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meppen ♢ Ik mep 2. gebiedende wijs van meppen ...

2025-07-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

mep

mep - zelfstandig naamwoord 1. keer dat iemand geslagen wordt ♢ik heb hem meteen een mep gegeven! 1. de volle mep betalen [het hele bedrag] Zelfstandig naamwoord: mep de...

2025-07-20
Begrippen duurzaam bouwen

Rijksoverheid

MEP

MEP is de regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie: stimulering van de productie van duurzame elektriciteit in Nederland. Met de MEP ontvangt de producent voor een periode van - in principe - tien jaar een vast bedrag per aan het net geleverde kilowattuur (kWh) elektriciteit'.

2025-07-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Mep

s., mep.

2025-07-20
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

mep

klap; stoot.

2025-07-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mep

m. meppen; klankn. klap of slag: iemand een mep geven, oorvijg, slag; gmz.

2025-07-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mep

m. en v. (-pen) [klnb.] klap, slag.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

mep

v./m. (-pen), slag, klap: iemand een mep in zijn gezicht geven; hij heeft meppen gehad, slaag.