Wat is de betekenis van inwonend?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inwonend

bn., 1. (in zeker gebied) zijn verblijf houdend, daar woonachtig; inwonende landheren, die op hun goed resideren; 2. in het huis van iem. zijn vast verblijf hebbend, intern: inwonende dienstboden, verpleegsters, assistenten; — inwonende kinderen, die met de belastingschuldige hoofdbewoner in hetzelfde perceel wonen; 3....

2025-07-22
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

inwonend

inwonend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vaninwonen

2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

inwonend

bn., 1. (in een gebied) zijn verblijf houdend, daar woonachtig; inwonende landheren, die op hun landgoed verblijven; 2. in het huis van iemand zijn vast verblijf hebbend, intern: inwonende verpleegkundigen, assistenten; inwonende kinderen, die met de belastingschuldige hoofdbewoner in hetzelfde perceel wonen.

2025-07-22
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten