Wat is de betekenis van introspectief?

2025-07-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

introspectief

introspectief - Bijvoeglijk naamwoord 1. van de aard van, behorend tot de introspectie bij introspectieve poëzie houdt de dichter zich veel bezig met de eigen gedachten en gevoelens Woordherkomst afgeleid van introspectie (met het voorvoegsel intro-) en met het achtervoegsel -ief

2025-07-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Introspectief

zelfbeschouwend.

2025-07-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Introspectief

(introspektief) zelfbeschouwend

2025-07-20
Wijsgeerige kunsttermen

Dr. C.J. Wijnaendts Francken (1925)

introspectief

Zoo noemt men die methode in de zielkunde, welke haar gegevens put uit zelfwaarneming van wat in eigen ziel omgaat, daarbij uitgaande van het denkbeeld dat slechts hieromtrent zekerheid voor ons is te erlangen. Evenwel deze methode kan niet volstaan, mede hierom omdat daarbij subjecten object samenvallen en daardoor de observatie allicht wordt vero...

2025-07-20
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Introspectief

zelfbeschouwend.

2025-07-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)