Wat is de betekenis van impliciet?

2025-07-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Impliciet

IMPLI'CITE (Lat.), bw., mede er in betrokken, stilzwijgend er in begrepen, middellijk: dit is implicite door hem erkend; iets implicite vermelden : als bn., er in opgesloten liggend, vanzelf er onder begrepen.

2025-07-20
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

impliciet

Impliciet betekent dat iets indirect wordt bedoeld. Impliciet heeft de tegenovergestelde betekenis van "expliciet", wat duidelijk of uitdrukkelijk gezegd of geschreven betekent. Impliciet kan bijvoorbeeld worden gebruikt om te verwijzen naar onuitgesproken regels, normen of verwachtingen die in een bepaalde situatie gelden en die door men...

2025-07-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

impliciet

impliciet - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet uitdrukkelijk gezegd of erbij geschreven, maar wel in het gezegde of geschrevene opgesloten liggend - In die tekst valt een impliciet verband te herkennen. - Volgens mij heeft heeft hij daarmee impliciet toegegeve...

2025-07-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

impliciet

impliciet - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: im-pli-ciet 1. wat erin besloten ligt ♢ hij heeft impliciet toegegeven dat hij het gedaan heeft 2. zonder dat het met zoveel woorden gezegd wordt ♢ m...

2025-07-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Impliciet

[Lat. implicite, van implicitare, intensief van implicare] er mede in opgesloten, mede betrokken in, stilzwijgend erin begrepen.

2025-07-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Impliciet

(implicite) stilzwijgend eronder begrepen

2025-07-20
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Impliciet

(Lat. implicite), stilzwijgend inbegrepen.

2025-07-20
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

impliciet

implicite, mede of middellijk betrokken in; stilzwijgend eronder begrepen, inbegrepen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-20
Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Impliciet

(< Lat. implicatus, part. perf. van implicare = inwikkelen, met adv. implicite). Lett. ingewikkeld. Men zegt, dat de betrekking f(x, y) = 0 y impliciet als functie van x definieert, omdat x en y beide in deze betrekking ingewikkeld zitten. Als adj. gebruikt in: impliciete functie.