Wat is de betekenis van goëet?

2025-07-21
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

goëet

m. geestenbezweerder, wichelaar.

2025-07-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

goëet

m. goëten (Gr.-Lat. goës: tovenaar).

2025-07-21
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

goëet

m. (goëten) beoefenaar van de goëtie.

Gerelateerde zoekopdrachten