fluitjepoep
(etym.?), dood (alleen in de verb.fluitjepoepgaan): ‘Zonder mijn was je fluitjepoep gegaan.’ Basje, die minder bekend is met de Amsterdamse volkstaal, begrijpt dit niet, en vraagt: ‘Wat gegaan?’ Waarop Flippie zegt: ‘Dood, kan je óók zeggen’, BAKKER3 140.