Wat is de betekenis van drag?

2025-07-20
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

drag

(zelfstandig naamwoord) travestie

2025-07-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

drag

(1994) (< Eng.) travestie. Zie ook: drag-queen*. • Beate, de tengere heteroseksueel, zoekt in drag contact met meisjes. „Veel vrouwen vinden het leuk om met me te praten. Ze gaan er meestal wel van uit dat ik homo ben. Ze zijn dan verbaasd dat ik hetero ben, dat is verwarrend. Ik ben een wolf in schaapskleren, ja. (NRC Hande...

2025-07-20
ABC van de Hengelsport

Van Onck (1972)

Drag

Drag - (zie Reels).

2025-07-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

drag

hoeveelheid wat op ‘n slag gedra (kan) word; mode.

2025-07-20
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

drag

I. slepen (met), sleuren; (af)dreggen; met een sleepnet (af)vissen; remmen; eggen; II. slepen; fig traineren; niet vlotten, niet opschieten; omkruipen [v. tijd]; drag along, voortslepen; drag by, omkruipen [tijd]; drag in, er bij halen, met de haren er bij slepen; drag on, (zich) voortslepen; omkruipen [tijd]; drag out, rekken, lang aanhouden; voor...

2025-07-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)