Dolychocephaal
(Gr.), I. bn., langschedelig; II. zn. gemeensl. (...phalen), langschedelige.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Gr.), I. bn., langschedelig; II. zn. gemeensl. (...phalen), langschedelige.
M. J. Koenen's (1937)
van Gr. dolychos = lang + kephale = hoofd, 1 bn. (langschedelig); 2 m. e. v. -phalen (inz. in het mv. langschedeligen, mensen met een schedelvorm, waarvan de grootste schedelbreedte op zijn hoogst 75% bedraagt van de schedeïlengie); l. doliecho-see-faal'; zie brachycephaal.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: