Wat is de betekenis van dispatch?

2025-07-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dispatch

(Eng.), v., verwerking van lading.

2025-07-20
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

dispatch

I. (met spoed) (af-, ver)zenden of afdoen, afhandelen, afmaken, van kant maken; naar binnen spelen. II. af-, verzending, 't zenden; (spoedige) afdoening, spoed; (spoed)bericht, depêche.

2025-07-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dispatch

[Eng.], v./m., verwerking van lading; dispatch money, spoedpremie.