Wat is de betekenis van Demoed?

2025-07-19
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Demoed

Demoed, (B. DEEMOED), m. gmv. ootmoed, onderworpenheid. *-IG, bn. en bijw. (-er, -st), ootmoedig. *-IGEN, bn. gel. (ik demoedigde, heb gedemoedigd), vernederen, verootmoedigen. *-IGHEID, v. gmv. onderwerping, nederigheid. *-IGING, v. gmv. verootmoediging. *-IGLIJK, bijw.

2025-07-19
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Demoed

ger. sax. sicamb . j. ood-moed.

Gerelateerde zoekopdrachten