Cham
een van de drie zonen van Koach (Gen. 5 : 32).
Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)
Cham, jongste zoon van Noach; (fig.) iemand die geen respect betoont tegenover ouders of hoger geplaatsten. Na de zondvloed plantte Noach een wijngaard. Genesis 9:21-22 vertelt dan: ‘Hij dronk van de wijn, werd dronken en ging in zijn tent liggen, zonder kleren aan. Toen Cham, de vader van Kanaän, zag dat zijn vader naakt was, vertelde hij dat aan...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
A.J.H. van Leeuwen, A.P. Meyer-Gerhard (1977)
(h) 1. Zwart, heet. 2. Esoterisch de lichtbrenger. Lucifer. 3. De tweede zoon van Noach. (zig) De geestelijke zon, Shamash.
Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)
Cham (hebr. ham betekenis onbekend; misschien ’de hete’) is in de bijbelse genealogie (Gn 5,32; 6,10; 7,13; 1Kr 1,5) de zoon van Noach, in de bijbelse geografie (Gn 10,6-20) de samenvattende benaming van de noordafrikaanse, zuidarabische en (vgl. 1Kr 4,40) kanaanitische volken. In Ps 78,51; 105,23.27; 106,22 wordt Egypte Cham genoemd. In het anekdo...
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
zoon van Noë, omvat in de volkerentafel een geografisch geheel van N.-Afrikaanse en Z.Arabische volkeren met daarbij ook Kanaän, wat eerder politieke verbanden (afhankelijkheid van Egypte) reflecteert (Gen. 10 : 6 v.; de inlas 100000000 : 8—19 voegt bij Egypte de andere grootmacht in Mésopotamie). Het volksverhaal van Gen. 9...
Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)
de jongste zoon van Noach, Gen. 5 : 32; 6 : 10; 7 : 13; 9 : 18, 22; 10 : 1; 1 Kron. 1 : 4, 8; 4 : 40. Zie over zijn afstammelingen Gen. 10 : 6—20. Chams zoon Kanaän werd door Noach vervloekt, omdat C. in piëteit tegen zijn vader te kort schoot, toen deze naakt neerlag in zijn roes. Kanaän zal van gelijke geestesgesteldheid geweest zijn als zijn vad...
Winkler Prins (1949)
een van de drie zonen van Noach, volgens de Bijbel stamvader der Ethiopiërs, Egyptenaren, Kanaanieten.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
was volgens Gen. g : 18-29 (een tekst, die door de critici aan de oudere Jahvist en door R. Eissfeldt aan de zgn. Lekenbron wordt toegeschreven) de jongste van Noach’s zonen. Bij het zien — wellicht toevallig — van zijns vaders naaktheid, kwam hij te kort aan het natuurlijk schaamtegevoel en aan de piëteit tegenover zijn vade...
John Kooy (1933)
een der 3 zoons v. Noach, stamvader v. Aethiopiêrs, Egyptenaren, Kanaanieten en Phoenicièrs.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: