Aether
(Gr.), m. (mv. in de bet. 3. -s), 1. (dicht.) bovenlucht, dampkring, hemelruim, hemel; 2. veronderstelde middenstof die de gehele wereldruimte doordringt : warmte en licht verschillen alleen in graad : beide zijn trillingen van de aether; — in ’t bijz. als middenstof voor radiogolven: in de aether zijn, van een radiostatio...