Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

zoutzak

betekenis & definitie

zak voor zout.

zak om zout in te doen; zak gevuld met zout.

Voorbeelden:
De Duitse filmmaakster Ulrike Koch portretteerde de zoutwinning in Tibet. We zagen mannen met doorgroefde gezichten met yaks naar zoutmeren trekken, om drie maanden later met zoutzakken terug te keren.
http://www.cine-utopia.nl/films.php?id=426, 2004

De Unit [...] bestaat uit de dubbele onthardingsmodule en een aparte zoutbak [...]. De externe zoutbak heeft een capaciteit van 35kg zout en blijft op de grond staan. Zo hoeft u geen zware zoutzakken op te tillen bij het bijvullen van het zout.
http://www.delta-waterontkalkers.be/producten/duplex-waterontharder/, 2012

Wij leveren strooizout in een zoutzak van 10 of 25 kilogram.

< >