poon.
zoutwatervis met een grote kop die bij gevaar met behulp van zijn blaas een knorrend geluid kan maken; poon; knorhaan.
Voorbeelden:
De zeehaan behoort tot de schorpioenvissen en wordt ook wel poon of knorhaan genoemd. Hij wordt knorhaan genoemd omdat hij bij gevaar met zijn zwemblaas een soort knorrend geluid maakt. Hij leeft vooral op de zeebodem.
http://www.schmidtzeevis.nl/webwinkel/index.php?hoofdcat=1&cat=Zeehaan
Als het werk afgelopen is neem ik een douche, trek een korte broek aan en ga elke dag vissen waar ik het fijn vind. Ik moet maar met éen verplichting rekening houden: 's middags terug in het kamp. Dankzij Chapar ontbreekt het me noch aan hengels noch aan haken. Wanneer ik naar boven kom met zeehanen, door de kieuwen heen aan ijzerdraad geregen, word ik vaak door de vrouwen van de oppassers geroepen. Ze kennen allemaal mijn naam. 'Papillon, verkoop mij twee kilo zeehanen.'
http://anyebooks.com/101/index_split_016.html