webvormig geschikte reeks trefwoorden.
reeks trefwoorden die men bij een vragensessie of tijdens het brainstormen opschrijft rondom het hoofdbegrip dat men in de centrale positie heeft genoteerd en van waaruit men de gerelateerde begrippen vervolgens met lijnen verbindt, zodat een netwerk ontstaat als van een web met een spin in het midden; webvormig geschikte reeks trefwoorden.
Voorbeelden:
Weet ik voldoende over het onderwerp? Verken, om die vraag te beantwoorden, je onderwerp door: te brainstormen. Schrijf bijvoorbeeld alle trefwoorden die je bij het onderwerp te binnen schieten op of maak een woordspinnenweb. Hierbij zet je het onderwerp als een spin in het web en de trefwoorden eromheen. Kijk of er draden te trekken zijn van het ene naar het andere woord.
http://www.scheikundeinbedrijf.nl/content/Modules/Modulenaam/Files/Bijlage%205%20Hoe%20schrijf%20ik%20een%20artikel.pdf
Woordspinnenweb. Je noteert het woord "deur" op het bord of op een flap papier. De kandidaten krijgen de kans om woorden bij te schrijven. Nadien kan je in gesprek met de kdn. zoeken naar woorden die samenhoren. Dit kan op de volgende manier: Jij of een kdn. kiest een woord of begrip uit het woordveld; Je nodigt de kdn. uit na te denken en te spreken over: "Waarom staat dit woord in het veld, denk je?"; Je zoekt met de kdn. naar mogelijke verbanden met andere woorden die op het bord/papier staan. Je kan die verbanden visueel aangeven door de woorden te verbinden met een streep of ze te omcirkelen met dezelfde kleur.
http://www.wcrp.be/100-portes-deuren-doors/b8.htm
Houd een brainstorm. Dit kan m.b.v. een woordspinnenweb of met een vragenlijst.
http://ste.cocohvteam4.nl/downloads/leerkaarten%202011%20+%20inleiding%20A4.pdf
