Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

witachtig

betekenis & definitie

neigend naar wit.

neigend naar wit; op wit lijkend; met een witte tint; wittig.

Voorbeelden:
De steel is witachtig, massief en heeft een ring, die wit is en later tot bruinviolet verkleurt.
http://www.bouman102.nl/paddestoelen.htm /URL

In het voorjaar verschijnen de tot 80 cm hoge bloeistengels: honderden kleine witachtige kruisvormige bloempjes lokken in mei en juni een leger insekten aan, gelokt door een heerlijke geur van verse honing.
De Standaard, 1995

Ook hun kostuums leken op elkaar: een strak gesneden, witachtig of lichtgrijs pak, met smalle broekspijpen die nog net onder de enkel eindigden.
Rinus Ferdinandusse, Dovemansoren, 2001

Ergens in het weiland ligt of staat een witachtig wezen.
NRC, 1995

De schors was met diepe voren doortrokken en begroeid met witachtige zwammen en elfenbankjes.
Jo Claes, De stenen toren, 1985

< >