Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

winter en zomer

betekenis & definitie

altijd.

gedurende het hele jaar; altijd.

Voorbeelden:
Ze zijn heel veel buiten en de nadruk op frisse lucht is goed te zien in het Deense kinderverzorgingsstelsel; deze kleuters doen hun middagdutje in waterbestendige stalen bedjes buiten, winter en zomer.
http://www.thuisblijfmoeders.nl/Leesvoer/Artikelen/nurserytalesnede.html, 2004

De ambtenaren die winter en zomer onder hetzelfde helgele plafondlicht achter hun stalen ramen zaten kwamen haar niet nader; het waren bewegende poppen, die ze niet uit elkaar hield.
Marga Minco, De val, 1984

Er zitten drie horizontale tralies voor het raam. Zo kan het winter en zomer open blijven staan zonder dat dieven naar binnen kunnen.
Kristien Hemmerechts, Alle verhalen, 2001

< >