Het begrip wiel heeft 4 verschillende betekenissen:
1) onderdeel waarop een voertuig e.d. rijdt.
rollend onderdeel waarmee een voertuig of constructie over de bodem of een oppervlak rijdt, in het middelpunt bevestigd aan een as onder een chassis of frame en veelal voorzien van een band of beslag.
2) wielvormig mechanisch onderdeel.
wielvormig onderdeel van een machine of apparaat dat dient om een bepaalde beweging of kracht over te brengen; wielvormig mechanisch onderdeel.
3) zaak voorgesteld als een (draaiend) wiel.
zaak die om haar vorm en/of beweging vergeleken wordt met een wiel; zaak die men zich voorstelt als een (draaiend) wiel.
4) ronde poel achter een dijk.
kolk, poel, meertje achter een dijk, ontstaan door stroming van water bij een dijkbreuk.