Het begrip werkster heeft 6 verschillende betekenissen:
1) vrouw die werkt.
vrouw die werk verricht; vrouw die werkt.
Vaak gebruikt in combinatie met een kwalificerend adjectief, zoals 'goede', 'harde', 'ijverige', enz.
2) vrouw die schoonmaakt.
vrouw die voor haar beroep kantoren, bedrijven, woningen etc. schoonmaakt; vrouw die voor haar beroep bij anderen schoonmaakt; hulp in de huishouding; schoonmaakster; ook: het beroep van werkster.
3) arbeidster.
vrouw die voor haar beroep productiearbeid verricht voor een bedrijf of een baas, vaak in een fabriek; vrouw die in een fabriek werkt; werkneemster die handenarbeid verricht; arbeidster.
Verouderd in gebruik.
4) vrouw die handenarbeid verricht.
vrouw die voor haar beroep handenarbeid verricht; vrouw die met haar handen iets maakt, bewerkt.
5) bij of hommel die werkt.
vrouwelijke bij die in de kolonie het werk voor de koningin doet, zoals voedsel verzamelen, de koningin voeden, cellen voor de eitjes klaarmaken en koninginnenbrij produceren voor de toekomstige koninginnen; werkbij.
6) mier die werkt.
vrouwelijke mier die in de mierenkolonie het werk voor de koningin doet, zoals voedsel verzamelen, de koningin voeden, cellen voor de eitjes klaarmaken en koninginnenbrij produceren voor de toekomstige koninginnen.