Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

weervrouw

betekenis & definitie

vrouw die het weerbericht presenteert.

vrouw die zich voor haar beroep bezighoudt met de verzorging van het weerbericht op radio of televisie; vrouw die het weerbericht presenteert.

Voorbeelden:
De patron zette de televisie die boven de bar hing aan, en de mannen verkneukelden zich opnieuw toen de weerkaart van Frankrijk in beeld kwam, die wolken toonde met de regelmaat van het motief op een dekbedovertrek. Nergens scheen vandaag de zon en al helemaal niet in het noorden: dat was de boodschap van de weervrouw.
Pauline Slot, Blauwbaard, 2000

Ik zapte langs lege kanalen, probeerde de soap te volgen, keek op mijn horloge, ging terug naar CNN. Het weer aan de oost- en de westkust van Amerika. De in een geel mantelpak gestoken weervrouw, die bewoog of ze een stijve nek had.
Mensje van Keulen, De gelukkige, 2001

De BRTN-teletekstredaktie is ook al geruime tijd ontevreden over de diensten van het KMI. Zowel inhoudelijk als vormelijk (taal), schort er volgens de BRTN wat aan de weersinfo [...]. Ter verduidelijking: de redakties van BRTN-radio en televisie hebben geen problemen met het KMI. Daar zijn het dan ook de weermannen, weervrouwen en de redakties zelf die de teksten schrijven.
De Standaard, 1996

Een studie had uitgewezen dat weervrouwen met grote tieten enorm goed scoren bij het publiek.
Herman Brusselmans, Uitgeverij Guggenheimer, 1999

< >