Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

weergod

betekenis & definitie

godheid die het weer beheerst.

wezen van een hogere orde dan de mens dat men in polytheïstische godsdiensten aanbidt als de bovennatuurlijke macht die heerst over het weer en de natuurelementen; godheid die de weerstoestand beheerst.
Thans nog vaak gebruikt in het meervoud als schertsende verwijzing naar denkbeeldige machten die het weer in gunstige of ongunstige zin kunnen bepalen.

Voorbeelden:
Arinna. Arinnidu, Arinitti. Zonnegodin van Arinna, of zonnegodin van de aarde, vereerd door de Hettieten [...]. Haar echtgenoot was de hemel- en weergod Isjkoer. Iskoer komt overeen met de Hoerritische Tesjoeb en de oudere weergod Taru.
http://www.nissaba.nl/godinnen/beschrap.shtml, 2000

Doorheen de geschiedenis symboliseert de pijl ook oorlog, macht, snelheid, de stralen van de zon, kennis... zowel als godheden, zoals de Griekse god Apollo en godin Artemis (beiden jagers), de Hindoe weergod Rudra.
www.verhoevenmarc.be/_symbolen.doc, 2006

De Griekse naam voor Jupiter was Zeus. Hij gold als weergod en beheerser van luchtverschijnselen en was sterker dan andere goden. Hij had bijnamen als 'wolkenverzamelaar', bliksemslingeraar en hoogdonderende.
http://www.nederlandsheidendom.nl/webstek/weekdagenAx.htm

Er werden in de oudheid beeldjes van weergoden gesneden uit chalcedoon.
http://www.kunstkanaal.net/design/chalcedoon.html

Na een drankje op het terras wordt, de weergoden indachtig, het eten binnen genuttigd.
http://www.pluimplukkers.be/AchtertNet/03-03/html/malmedy.htm

< >