Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

vlijtig liesje

betekenis & definitie

plant uit de balsemienfamilie.

eenjarige, doorbloeiende, heesterachtige kamerplant of tuinplant uit de balsemienfamilie met kale, glanzende stengels en platte, doorgaans rode, roze of witte bloemen.
Zo genoemd omdat de plant snel groeit en langdurig bloeit. In het Latijn impatiens 'ongeduldig' genoemd, omdat, als de bloemen niet weggehaald worden, er kokertjes ontstaan, waaruit het zaad zelfs bij lichte aanraking springt (springzaad).

Voorbeelden:
Toen hij de gieter weer vol liet lopen bij de buitenkraan, zag hij zijn buurman het huis uit komen, in zijn zondagse pak, zonder overhemd, het jasje over zijn magere onbehaarde borst. In zijn hand had hij een plant, een vlijtig liesje uit de kamer.
Jan Siebelink, Engelen van het duister, 2001

Om een idee te krijgen in welke hoeveelheden de gemeente bloemen pootte in de stad om deze een feestelijk aanzien te geven, vond ik de volgende cijfers. Er werden in dat jaar niet minder dan 48.000 stuks planten gepoot met daarnaast nog eens 30.000 bloembollen. Hieronder waren alleen al 21.000 begonia's in vier kleuren en meer dan 9.000 afrikaantjes. Verder nog vlijtige liesjes, lobelia's, lupinen en nog meerdere soorten, teveel om op te noemen.
Meppeler Courant, 1995

In de plantsoenen waarmee de hoofdstraat is afgeboord, staat hosta afgewisseld met veel vlijtige liesjes.
De Standaard, 1996

'Vlijtige liesjes,' zei Leen, 'fuchsia's en hortensia's, die hebben geen zon nodig.'
Fernand Auwera, Vliegen in een spinnenweb, 2001

Even later roffelde de regen op het daktuintje neer; grote waterbellen dansten op de plavuizen en in de bloemperken bewogen de vlijtige liesjes, gegeseld door glinsterende druppels, als rode koraalvisjes heen en weer.
Ward Ruyslinck, Op toernee met Leopold Sondag, 1979

De volgende eenjarigen zaait u best nog in de koude bak, onder plastiektunnels of in zaaibakjes in de hobbykas: mexicaantjes (ageratum), leeuwenbek, zaaiaster, campanula, clarkia, dahlia, anjers, ijsbloem (mesembryanthemum), gaillardia, godetia, vlijtig liesje, lavatera, lobelia, maskerbloem (mimulus), nemesia, juffertje in 't groen (nigella), petunia's, portulak, rudbeckia, verbena en de stinkertjes, afrikaantjes of tagetes.
De Standaard, 1996

Het vlijtig liesje komt van nature voor in de bergen in tropisch Afrika en op Zanzibar. De soort wordt veel als kamerplant toegepast, hoewel hij de laatste jaren in de handel wordt overschaduwd door de verwante Nieuw-Guinea-impatiens, die ook wel onder de naam "vlijtig liesje" wordt verkocht.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vlijtig_liesje, 7 februari 2016

< >