vrouw die niet loyaal handelt.
vrouw die handelt in strijd met de loyaliteit die zij verschuldigd is aan iemand, aan de groep waartoe zij behoort of aan de ideeën van die groep; vrouw die niet loyaal handelt.
Voorbeelden:
Eindelijk iets gedaan met de woede die ik steeds naar binnen richtte, malend in bed, 's ochtends wakker wordend denkend rotwijf, rottige verraadster, burgertrut met je gezin.
Anja Meulenbelt, De schaamte voorbij, 1980
Wie de weemoedige mijmeringen over haar thuisland leest op de nieuwe cd, kan zich nauwelijks voorstellen dat ze niet teruggaat. "Ze houden van mijn muziek", weet ze over haar landgenoten, "maar ze vinden mij ook een verraadster, omdat ik met een blanke man uit Frankrijk huwde."
De Standaard, 1996
Verraadster De Carrillo zag haar populariteit in politieke kringen snel afbrokkelen: "De houding van de politici is grondig veranderd naarmate ik beslissingen nam die hun privileges beknotten. Ik word nu door rechts als een verraadster gezien, iemand van de bourgeoisie die overgelopen is naar de communisten."
http://cwisdb.cc.kuleuven.ac.be/dcom/campuskrant/879.pdf, 27 maart 2003
