Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

Rijswijkenaar

betekenis & definitie

iemand uit Rijswijk.

iemand die afkomstig is uit Rijswijk; inwoner van Rijswijk; Rijswijker.

Voorbeelden:
In drie woonwijken in Rijswijk lopen de parkeerproblemen de spuigaten uit. Sinds in de aangrenzende Haagse wijk Laak betaald parkeren is ingevoerd, kunnen de Rijswijkenaren hun auto in hun eigen buurt nergens meer kwijt.
http://www.hartvannederland.nl/nederland/zuid-holland/2014/rijswijk-is-haagse-parkeerder-beu/, 21 februari 2014

Ik was tot medio 1999 statenlid van Zuid-Holland en herinner me hoe sterk in de voorsteden van Den Haag het gevoel leeft Rijswijkenaar of Voorburgenaar te zijn. Ook al komt men om economische of andere redenen regelmatig in het aangrenzende Den Haag, men heeft nochtans geen band met deze stad en voelt zich beslist geen Hagenees.
http://hansfeddema.wordpress.com/2001/06/16/niet-meedoen-met-bestuurlijk-grootschaligheidsdenken/, 15 juni 2001

Een 20-jarige Rijswijkenaar (ZH) is dinsdagochtend in zijn woonplaats aangehouden. Hij wordt er van verdacht betrokken te zijn geweest bij een drietal woninginbraken.
http://www.ed.nl/regio/rijswijker-aangehouden-voor-woninginbraken-in-de-regio-1.1641909, 1 mei 2012

De 'JB' van de band is de Utrechtse zanger en mondharmonicaspeler John Brouwer. Frans Clerx en Hen Schreurs, beiden uit het Limburgse Swalmen staan garant voor de "drum & bass" en Rijswijkenaar Eric Davidse doet de gitaarlicks.
http://www.rock-u.nl/rock-u_outdoor_2011/jbs_bluescrew.asp?section=saturday

Je kunt maatje worden van iemand die de wens heeft Rijswijk en de Rijswijkenaars beter te leren kennen.
http://www.ikwordmaatje.nl/project/?documentid=2789711

< >