niet van christelijke aard.
van (groepen van) personen: niet de christelijke godsdienst belijdend, maar een ander geloof of in het geheel geen geloof aanhangend; van zaken: niet gestoeld op, niet voortgekomen uit, niet getuigend van het christelijk geloof; niet van christelijke aard.
Voorbeelden:
Bomers noemt ook de euthanasieregeling een heel concreet en buitengewoon ernstig gegeven waarin het door het CDA gevoerde beleid "niet anders dan niet-christelijk" genoemd kan worden.
NRC, 1993
"We hebben burgemeesters en wethouders die niet-christelijk zijn, maar misschien wel in iets anders geloven. Natuurlijk kunnen zij de belofte afleggen, maar eigenlijk is dat geen keus."
https://www.nrc.nl/nieuws/2009/11/11/een-niet-christen-mag-slechts-beloven-11810247-a178951, 11 november 2009
Je hoeft geen christen te zijn om tóch grote waarde toe te kennen aan de bescherming van het leven. Net zo min als het typisch niet-christelijk zou zijn om de waarde van een aanzienlijke mate van zelfbeschikking te onderkennen.
https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/bescherming-van-leven-is-geen-christelijk-monopolie~b85989e0/, 15 februari 2016