Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

Huizenaar

betekenis & definitie

iemand uit Huizen.

iemand die afkomstig is uit Huizen; inwoner van Huizen.

Voorbeelden:
Als het aan wethouder Bakker ligt, krijgt een Huizenaar die om gezondheidsredenen de auto aan de kant moet zetten [...] niet meer automatisch een scootmobiel.
http://www.nationalehulpgids.nl/nieuws/betere-zorg-voor-minder-geld/comment-page-1/, 2011

Tom Coronel verliet het circuit van Puebla Amozoc in Mexico zondagmiddag met acht punten in de strijd om het WK voor toerwagens (WTCC). "Een beter verjaardagscadeau had ik mezelf niet kunnen geven," glunderde de Huizenaar, die zaterdag met een koele Corona zijn 36ste geboortedag vierde.
http://www.ad.nl/ad/nl/1021/Meer-sport/article/detail/2104460/2008/04/07/Coronel-viert-verjaardag-in-stijl.dhtml, 7 april 2008

Frank Heldoorn is er niet in geslaagd voor de derde keer in zijn carriere de triathlon van Almere te winnen. De Huizenaar, die in 1995 en 1997 de titel veroverde, moest dit jaar genoegen met de derde plaats nemen.
http://www.triathlon226.nl/2000/09/geen-nederlandse-winnaars-in-almere/, 2 september 2000

Als het aan de Huizenaren ligt wordt er een streep gehaald door het plan van de gemeente om zeven grote villa's in het Bad Vilbelpark in Huizen te bouwen.
http://www.rtvnh.nl/nieuws/41280/Huizenaren+willen+geen+villas, 9 november 2008

Een bezoekje aan het pittoreske haventje van Huizen is makkelijk gemaakt. Echte Huizenaars zeggen dan tegen elkaar: 'Dat zijn buitenminsen, die zijn niet van hier'.
http://www.seasonsbedandbreakfast.nl/2/1466/5/nl/buitenminsen.html, 2014

< >