Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

huisapotheek

betekenis & definitie

verzameling geneesmiddelen.

verzameling geneesmiddelen die men als basisvoorziening in huis heeft.

Voorbeelden:
Koorts poogde hij met middelen uit de huisapotheek in toom te houden.
Peter Terrin, Blanco, 2003

Een oud gezegde over de vlier wil ik u zeker niet onthouden: "voor de vlier moet men zijn hoed afdoen". Geen ijdele woorden, want deze struik was vroeger zowat de huisapotheek bij uitstek: de bloemen, de vruchten, de bladeren (niet eetbaar, enkel uitwendig te gebruiken), de schors, alles kan gebruikt worden en heden ten dage kunnen we ons ook nog met veel bestanddelen van de plant behelpen, denken we maar even aan vlierbessensiroop.
http://start.be/tuinhoekje/, 2001

In de apotheek zijn folders te krijgen met de meest gangbare geneesmiddelen voor uw huisapotheek.
http://www.gc-beverwaard.nl/pdf/juni'01web2.pdf, juni 2001

Ze geeft goede raad over een uitgebalanceerde voeding, geeft tips over de ideale samenstelling van de huisapotheek, besteedt aandacht aan "alternatieve" geneeswijzen als kraken en hypnose, en staat stil bij de preventie van veel voorkomende ziekten als borstkanker en lage-rugpijn.
De Standaard, 1996

< >