Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

fraudegevoeligheid

betekenis & definitie

het fraudegevoelig zijn.

mate waarin iets gevoelig is voor fraude; het fraudegevoelig zijn.

Voorbeelden:
De fraudegevoeligheid, die voortvloeide uit de talloze regelingen voor (samen-)leefsituatie en daarbij behorende verschillen in de hoogte van de uitkering, is er voor een belangrijk deel uitgehaald.
NRC, 1993

Het magneetpasje, waarmee reizigers uit de zogeheten Schengenlanden (Frankrijk, Duitsland, Benelux, Portugal en Spanje) sinds 26 maart Schiphol zonder paspoortcontrole in en uit kunnen, wordt afgeschaft wegens de fraudegevoeligheid ervan.
NRC, 1995

De meest in het oog springende fraudegevoeligheid ligt in de regels voor samenlevingsvormen.
NRC, 1993

Er komt weer een aftrekpost bij en de ingewikkeldheid en de fraudegevoeligheid van het stelsel nemen toe.
NRC, 1995

Ik verwacht dat ook de Raad tot het oordeel komt dat complexiteit en fraudegevoeligheid zal toenemen.
NRC, 1995

< >