de baas zijn.
de baas zijn; de leiding hebben; de overhand hebben.
Voorbeelden:
Siebel zwaait de scepter op Nederland crm-markt. Op de crm-markt, zeker ook in Nederland, blijft Siebel de toon aangeven.
https://www.computable.nl/artikel/achtergrond/erp/1373803/1444691/siebel-zwaait-de-scepter-op-nederland-crm-markt.html, 17 mei 2002
Bieber zwaait de scepter op Twitter, maar hier op Facebook heeft Rihanna de meest volgers...
https://www.facebook.com/shownieuws/posts/bieber-zwaait-de-scepter-op-twitter-maar-hier-op-facebook-heeft-rihanna-de-meest/592037030811856/, 22 januari 2013