Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

crisisgevoel

betekenis & definitie

gevoel tijdens of als in een crisis.

gevoel van onbehagen dat men ten tijde van een crisis heeft; ook: gevoel alsof men in een crisistijd leeft.
Vaak toegepast op een gevoel ten tijde van een economische crisis, maar ook als gevolg van andere, vooral mondiale of levenbeschouwelijke, ontwikkelingen.

Voorbeelden:
De mensen hebben geen levensbeschouwelijk houvast meer. Welke normen zijn er nog? Wat is de zin van het leven? Ook de religies hebben geen greep meer op de bevolking. Dat uit zich in een algemeen crisisgevoel.
De Standaard, 1996

Vrouwen zijn somberder dan mannen, jongeren zijn optimistischer dan ouderen en wie een hogere opleiding genoot, vindt de crisis gemiddeld minder erg. Het crisisgevoel wordt vooral veroorzaakt door de werkloosheid, de afdankingen in de bedrijven, de delokalisatie van ondernemingen naar het buitenland en de belastingdruk.
De Standaard, 1996

Voor een derde van de Vlamingen die zeggen dat we in een economische crisis zitten, gaat het crisisgevoel terug tot 1990 - het jaar van de Golfcrisis - of later.
De Standaard, 1996

Voor doemdenken en crisisgevoelens is binnen ons bedrijf geen ruimte. Onze bedrijfsvoering staat in het teken van expansie met de focus op optimale dienstverlening.
http://www.hrprojectpartners.nl/zzp-ers-freelancers/

De economische indicatoren verzekeren ons dat de situatie eigenlijk gezond wordt of reeds is. Het gaat dus niet over een échte crisis, alleen maar over een crisisgevoel. Men zou kunnen vermoeden dat een "correct" denken volgens de economische logica dit "crisisgevoel" kan verhelpen.
De Standaard, 1996

Nico ontkomt niet aan de kredietcrisis en verschijnt in 2010 maar één keer (met verlenging voor de abonnees, en natuurlijk in de losse verkoop bij Athenaeum Nieuwscentrum). De inhoud wekt echter allerminst crisisgevoelens op, net als nieuwkomer en geestverwante Elephant.
http://www.athenaeum.nl/recensies/nico-elephant, 20 januari 2010

Poldermethode smoort recessiegevoel. Het crisisgevoel in Nederland lijkt over te waaien. In de maanden na 11 september tamboereerden politiek (loonmatiging!) en bedrijfsleven (overheidssteun!) nog op een nakende recessie. Nu neemt KLM alweer personeel aan, is werktijdverkorting als remedie tegen weinig opdrachten op zijn retour en consumeren Nederlanders vlijtig.
de Volkskrant, 2002

Daar staat echter tegenover dat de grote meerderheid van de ondervraagden de crisis zelf niet aan den lijve voelt. En dat is toch wel heel opmerkelijk. Het bewijst dat de crisis vooral in de hoofden van de mensen zit. Met de economische indicatoren in de hand kan immers gemakkelijk worden aangetoond dat er in België helemaal geen crisis is: de productie van goederen en diensten stijgt, het beschikbaar inkomen van de gezinnen neemt toe en de inflatie is aan banden gelegd. Maar het crisisgevoel bestáát en mag niet als onbelangrijk worden afgedaan.
De Standaard, 1996

"Het probleem van de werkloosheid wordt alleen maar erger. De oplossing moet komen uit de marktsector." Melkert deed een poging het crisisgevoel van Van Wijnbergen te pareren. "We moeten op zoek gaan naar een nieuw evenwicht tussen de publieke en de private sector. De markt moet meer ruimte krijgen. En de markt krijgt goede mogelijkheden als de publieke sector een stabiele basis organiseert. We moeten naar een sociaal zekerheidssysteem dat we permanent kunnen aanpassen en dat zich aanpast aan nieuwe behoeften."
NRC, 1995

Naast het instellen van een belasting op munttransacties moet er ook werk gemaakt worden van een strakkere reglementering van de privé-actoren in de financiële sector. Al is het crisisgevoel mbt de financiële sector wel weggeëbd, en zijn vergaande voorstellen om de sector aan een strakkere reglementering te onderwerpen opgeborgen.
http://www.ngoforum.be/downloads/Nederlands/ NoordZuid/MemorandumNZcoalitie.doc, 2000

Zoals Herman de Dijn hem formuleert, heeft deze klacht niet alleen een inhoudelijk-filosofische dimensie, hij verwijst impliciet ook naar de idee dat de katholieke traditie in de openbaarheid geen woordvoerders meer vindt. Daarmee brengt De Dijns crisisgevoel het contrast met de historische katholieke hegemonie op het cultureel veld aan het licht.
De Standaard, 1996

< >