[b]genoeg om van te leven.
Vaak in verbindingen als brood op de plank hebben, brood op de plank krijgen, brood op de plank brengen en er moet brood op de plank komen.[/b]
Voorbeelden:
Ik ben zelf als (literaire) lezer nooit uit geweest op enige opvoeding. Ik leefde dan ook, vanaf het moment dat ik (literatuur) begon te lezen, in een samenleving die dat minder evident maakte - verwende westerling in de vrije welvaartstaat, precies. Geboren na de grote oorlogen, elke dag brood op de plank en sixties in the air.
Guido Van Heulendonk, De groene visareflex; Wit is altijd schoon, 1997-1998
Bijna drie jaar speelde ik met bands op straat, om brood op de plank te hebben.
De Standaard, 1996
Mijn vader probeerde me duidelijk te maken dat hij op de boerderij geen toekomst voor me zag. Die paar hectaren – die later nog moesten worden verdeeld met andere broers en zussen ook – zouden nooit voldoende brood op de plank brengen.
Karel Van Miert, Mijn jaren in Europa, 2000
Werken was meer vanzelfsprekend en er werd in het algemeen minder nagedacht over de betekenis van werk voor de betrokken werknemer. Er moest brood op de plank komen.
http://www.jera.nl/_frame/default.htm
Iedere organisatie hanteert bewust of onbewust spelregels om de 'zaak te laten draaien' en op die manier 'brood op de plank' te krijgen.
http://eulab.nen.nl/