brandweerman.
iemand die of vooral man die de leiding heeft over de spuitgasten van een of meer brandspuiten bij de brandweer; toezichthouder op een of meer brandspuiten; ook: de functie van brandmeester.
Voorbeelden:
De opperbrandmeesters, de opzichter-secretaris en de brandmeesters bij de slangenwagens waren per telefoon met het Centraal Telefoonbureau verbonden.
http://www.historietilburg.nl/tijdschrift/13/1985.4/hfdst.%202.htm, 1985
De twee vrijwilligers, waarvan er één de functie van brandmeester en één die van onderbrandmeester vervult, moeten vrije tijd van hun baas kopen voor tienduizend gulden de man.
Meppeler Courant, 1993
Het korps werd als volgt samengesteld: één opperbrandmeester, twee brandmeesters en vijftig pompiers.
http://users.pandora.be/brandweerpuurs/geschiedenis.html
De opleidingen die gevolgd moeten worden zijn: brandwacht, totaal 110 uur, brandwacht 1e klasse, totaal 70 uur. Daarnaast is het mogelijk om, afhankelijk van ambities, een cursus te volgen voor bevelvoerder of officier: hoofdbrandwacht, totaal 70 uur, onderbrandmeester, totaal 270 uur, brandmeester, totaal 180 uur, adjunct hoofdbrandmeester, totaal 250 uur.
http://www.leek.nl/index.html