met te veel personen in een kleine ruimte.
helemaal opeen gepakt; dicht tegen elkaar staand; met te veel personen in een kleine ruimte.
Voorbeelden:
In de extra trein die iets vroeger vertrekt, staan de passagiers als haringen in een ton en in de verdrukking.
De Standaard, 1995
Is dat omdat we met zoveel mensen, als haringen in een ton gepakt, een krap bovenhuis bewoonden en sinds het op straat verongelukte broertje maar mondjesmaat naar buiten kwamen?
Manon Uphoff, Hij zegt dat ik niet dansen kan, 2000
De hele kubus hing vol ballonnen, vlaggetjes en serpentines, en het voltallige personeel stond als haringen in een ton naar me te kijken.
Walter van den Broeck, Verdwaalde post, 1998