De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Teniers de Jonge, David

betekenis & definitie

(1610-1690), Vlaams schilder, tekenaar en etser, I.eerl. van zijn vader David Teniers de Oude. Werd te Brussel hofschilder van de Spaanse stadhouders Leopold Wilhelm ( die hem tot opzichter van zijn belangrijke kunstverzameling maakte) en Don Juan; werkte voorts voor Filips IV van Spanje, koningin Christina van Zweden en Willem II van Oranje.

In 1663 stichtte hij de Antwerpse Academie. In zijn van 1633 tot 1680 gedateerde werken is zijn ontwikkeling goed te volgen. Naast landschappen portretten en religieuze onderwerpen schilderde hij vooral genrestukken. Aanvankelijk stond hij. in zijn landelijke en gezelschapstaferelen, onder invloed van Frans Francken en vooral van Adriaen Brouwer. Na diens dood (1638) ontwikkelt hij een eigen stijl, gekenmerkt door een evenwichtiger compositie en een rijker en warmer koloriet. De jaren 1640 tot 1650 zijn dan ook de jaren van zijn artistiek hoogtepunt.

Nadien worden zijn composities zwakker, de kleuren grauwer, zijn personages verliezen aan uitdrukkingskracht. Naast de reeds genoemde genres schilderde hij vaak spook- en spottaferelen, die op een invloed van zijn schoonvader Jan Brueghel de Oude zouden kunnen wijzen. Van historische betekenis zijn voorts interieurs van diverse schilderijenverzamelingen. Zijn composities zijn vaak door tapijtwevers gebruikt (tenières). Teniers schiep ook een aantal etsen die dezelfde onderwerpen behandelen als zijn schilderijen. In zijn geheel gezien is hij een der bekwaamste 17de-eeuwse Zuidnederlandse genreschilders.

Teniers genoot zijn grootste roem gedurende de 18de eeuw in Frankrijk. Publiceerde Theatrum Pictorum (1660).

< >