Vóór 1700 komt mosterd alleen nog maar in poedervorm voor; deze werd bewaard in kleine zilveren of linnen strooiers, gelijkend op de toenmalige specerijenstrooiers. Naarmate in de loop van de 18de eeuw het gebruik van de smeerbare mosterd algemeen wordt verschijnen mosterdpotten van zilver, van cilindrisch, eivormig of achthoekig model, oorvormig handvat en bol deksel met een uitsparing voor het mosterdlepeltje.
Vanaf ca. 1760 werden ook veel potjes gemaakt van ajourwerk in zilver of pleet met hardblauwe glazen binnenbakjes. In Engeland was een tonvormig zilveren model in de 18de eeuw zeer geliefd; een bekend Frans model bestond uit een kleine jongen die een ton op een handkar voortduwt.
