( 1542-1600), Vlaams miniaturist. Hij bereisde als kunstenaar en koopman Frankrijk en Spanje (1561-1567), Engeland (1569), Italië (1577) en Duitsland, steeds maar schetsen makend (voor de topografische atlas van G.
Braun en Fr. Hogenberg). Te München illustreerde hij voor aartshertog Ferdinand v. Tirol (Missak Romanum. Nat. Bibl., Wenen) en later te Praag en te Wenen voor keizer Rudolf II Bocksays Schriftmodellenboek (monogram GH, 1594), benevens o.a. 4 dln. natuurwetenschappelijke prenten betreffende de diersoorten.
Zijn zoon Jacob (Antwerpen 1575 wrsch. Holland ca. 1630), die eveneens miniatuurschilder en tevens graveur was, gaf in 1592 in Frankfort een vierdelig plaatwerk uit, gewijd aan allerhande voorstellingen van insekten, bloemen, vruchten. e.d. naar tekeningen (of miniaturen?) van zijn vader.
